Moeite om de coronamaatregelen vol te houden?
Ga te rade bij twee vissers
Vol goede moed zetten we tijdens de intelligente lockdown in maart allemaal de schouders onder het nieuwe normaal. We organiseerden digitale pubquizzen, kookten pannen vol soep voor de buren of trokken dagelijks de wandelschoenen aan. Driekwart jaar later is het voor de meesten van ons een stuk lastiger geworden om energiek voorwaarts te blijven gaan. Van het verven van ons huis kregen we een tenniselleboog. De ommetjes door de straten en parken in onze directe omgeving kunnen we inmiddels zo’n beetje slaapwandelend doen. Voor een bordspel komen we ons bed langzamerhand niet meer uit en tot overmaat zijn alle legpuzzels uitverkocht. Ondertussen worden we keer op keer gevraagd om nog even vol te houden. Hoelang nog?! Twee boeken over – of all things – vissen kunnen mogelijk helpen om ons geduld te bewaren en ons uithoudingsvermogen te versterken.
We schrijven je allereerst De oude man en de zee van Ernest Hemingway voor. Het is een klassieker, deze novelle uit 1951 over de oude visser Santiago die al lange tijd geen vis meer heeft weten te vangen. Hij besluit nog één keer uit te varen en slaat een grote vis aan de haak, zo groot dat hij er niet in slaagt hem aan boord te hijsen. Drie dagen lang strijdt de visser met zijn vis en met de elementen. Geen tegenslag blijft Santiago bespaard. Zwaar is het en eenzaam. Maar de oude visser houdt vol. Hij weet zich over te geven aan dat wat is en aan de reis waarop de vis hem meeneemt, verder uit de kust dan hij ooit is geweest. Ook houdt hij oog voor de schoonheid in of rond de ontberingen die hij meemaakt. Zo biedt deze subtiele vertelling over een visser en een vis inspirerende lessen in kalmte, bijzonder bruikbaar in woelige tijden – en een paar heerlijke uurtjes afleiding, dat ook.
Een wat dikkere pil maar ook buitengewoon effectief is Draad van Julia Blackburn. Deze Britse schrijfster is met haar bijzondere mix van onderzoeksproza, autobiografische verhaallijnen en literaire verteltechnieken een geheel eigen genre aan het creëren. In dit boek neemt ze je mee in haar zoektocht naar de maker van de geborduurde zeeschilderingen die haar diep troffen, meteen toen zij ze voor het eerst zag. John Craske blijkt een voormalige visser uit Norfolk, geboren in 1881. Toen hij op 36-jarige leeftijd door ziekte bedlegerig werd ging hij zeegezichten borduren, zijn hele daaropvolgende leven lang, tegen de klippen op, ondanks armoede, honger en pijn. Als hij dan niet meer kon varen en vissen, dan kon hij zo in gedachten toch op zee vertoeven en vorm geven aan zijn verlangen naar het water, de zilte lucht en de wind in de zeilen. Dat is nog eens een staaltje roeien met de riemen die je hebt!
Dus, altijd gedacht dat vissen saai is? Deze beide boeken bewijzen het tegendeel en loodsen je als waren het zeewaardige bootjes door het oog van de storm richting kalmere wateren.